A  B
 C  D
 E  F
FA
FE
FI
FL
FO
FR
 G  H
 I  J
 K  L
 M  N
 O  P
 Q  R
 S  T
 U  V
 W  X
 Y  Z

foef

zn (een) mv: foefe - verklw: foefke (e)

1. Vulgaire aanduiding van het vrouwelijk geslacht.

Zie ook: foefke.

 

foefele

ww, verv: foefel - foefelde - gefoefeld

1. Knutselen, maar meestal op een onhandige manier.

In pleüts van iet serieus te doen, zitte dââ mââ wa te foefele. = Zou je niet beter iets ernstigs doen in plaats van wat te klungelen.

 

2. Neuken, de liefde bedrijven.

Diëj leïj më die vraa te foefele. = Hij ligt met die vrouw in bed, en bedrijft er de liefde mee.

 

3. Vals spelen, iets doen op een ongeoorloofde manier.

Allee... 't ës goe! Ik zal meekââte. Mââr as ek ondervin da g'âân 't foefele zè, dèn schiëj'k derëkt oïjt! Takkoort? = OK... 't is goed! Ik zal mee kaarten. Maar van zodra ik merk dat je vals speelt, stop ik onmiddellijk! Is dat afgesproken?

 

foefke

zn (e) =verklw, mv: foefkes

1. Slimmigheid, truuk, listigheid.

Oe ëdde da gedâân? Èn ik kreeg die lamp dââ ni[j] oïjt! - 'k Zal aa da foefke[n] ooëk ës liëjre sebiet! = Hoe heb je dat voor mekaar gekregen? Mij lukte het niet om die lamp uit te draaien! - Ik zal je seffens dat truukje uitleggen!

Zie ook: foef.

 

foelaar

zn (ne), mv: foelaars - verklw: foelarreke (e)

1. Sjaaltje, vaak in zijde of lichte katoen. Werd vaak gedragen binnen het hemdsboord, in de plaats van een das. Wordt eerder negatief ervaren door de omgeving. [>Fr. foulard]

Naa moet ës zien oe da da jannemââkerke më ze foelarreke dââ wëral stââ te flikfloeje - zjeüst vër oep te valle bij de vraave. E zaa ës moete weete da z'achter ze gat lache! = Kijk nu toch eens hoe die pocher met zijn sjaaltje daar weer staat te flikflooien - enkel en alleen om op te vallen bij de vrouwen. Hij zou het eens moeten weten, dat ze achter zijn rug met hem lachen!

Diëj drââgt altij ne foelaar in pleüts van ne plastron. = Hij draagt altijd een sjaaltje in plaats van een das.

 

 

foempe

ww, verv: foemp - foempte - gefoempt

1. Vals spelen bij het knikkeren. De knikker wordt niet weg "geschoten" - zoals het hoort - maar de hand beweegt mee en werpt de knikker weg.

Më[j] aa speel ek nemiëj want chij doe ni as foempe. = Ik wil met jou niet meer knikkeren want jij speelt vals.

 

foert

stopwoord

1. Salut! Zut! Verrek! Uitdrukking die aanduidt dat men eigenlijk iets weigert.

Wa dènkte gij naa wel? Foert! = Wat denk je wel zeg? Vergeet het maar!

 

foesjele

ww, verv: foesjel - foesjelde - gefoesjeld

1. Knoeien, onbeholpen of slordig ergens mee bezig zijn, prutsen.

In pleüts van âân aaven brommer te zitte foesjele, zodde'r beïjter ës më nââ de garaasj gâân veur een onderaat. = In plaats van zelf aan je motorfiets te knoeien, kan je er beter mee naar de garage gaan voor een onderhoudsbeurt.

 

foesjeleïjr

zn (ne), mv: foesjeleïjr - verklw: foesjelèrreke (e)

1. Knoeier, prutser, iemand die er niet veel van terecht brengt, iemand  die slordig werk aflevert.

Mââr Irèèn toch! Ge wilt toch ni zëgge da ge diëj foesjeleïjr ët lââte komme veür aa kornisj te lââte schildere? Ge zël et wël zien: goejekooëp ës slèchte kooëp! Zëgt ni da'k et aa ni gezeïj ëm! = Maar Irene toch! Je gaat me nu toch niet vertellen dat je die knoeier laat komen om de dakgoot te schilderen? Je zal het resultaat wel zien: goedkoop is daarom niet noodzakelijk een goede koop! Verwijt me later nooit dat ik je niet verwittigd had!

 

foezjèèr

zn (de), mv: -

1. Varens. Dit is de letterlijke betekenis van het woord, afgeleid uit het Frans. [>Fr. fougères]

In da bos stont veel foezjèèr. = In dat bos stonden veel varens.

2. Groenversiering die vroeger veel - bijna uitsluitend - werd gebruikt om een bloementuil een achtergrond of vulling te geven. Eigenlijk heeft dit groen niets te maken met varens, want het is het loof, het blad van de aspergeplant.

Stëkt nog mââ wa foezjèèr tisse die rooze! = Vul die tuil rozen maar wat aan met aspergegroen.

Zie ook: aspèzje / aspèzze.

 

 

fok

zn (ne) mv: fokke - verklw: fokske (e)

1. Bril.

'k Zal mene fok ës oepzëtte, want anders kan ek die klaan lëtterkes ni leeze. = Ik zal mijn bril even opzetten, want anders kan ik de kleine lettertjes niet lezen.

 

fondemènt

zn (e), mv: fondemènte - verklw: fondemèntsje (e)

1. Achterwerk. [>Nl. fondament, fundament]

Më zooë fondemënt moette ni in nen ofstoel gâân zitte. = Met zo een "goed ontwikkeld" achterwerk, kan je beter niet op een tuinstoel gaan zitten.

 

fonnooplâât

zn (een), mv: fonnooplââte - verklw: fonnooplotsje (e)

1. Fonoplaat, ronde vinylschijf waarop muziek staat.

'k Ëm zeeker twïejondert fonnooplââte, mââ'k moet e nief neüleke[n] ââle. = Ik heb minstens 200 fonoplaten, maar ik moet een nieuwe saffier (diamant) kopen.

 

Zie ook: plâât.

 

fooër

zn (de) geen mv

1. Foor, kermis. [>Fr. foire]

Alle jââre më Pââsse ës't fooër in de Kallââtstrâât. = Ieder jaar met Pasen is er kermis in de Callaertstraat.

 

 

 

forsbal

zn (ne) mv: forsballe - verklw: forsballeke (e)

1. Spierbundel, spierbal, gebalde spier.

Deu dat'em alle weïjke nââ de zjummenas gââ, eïjt'em dikke forsballe. = Doordat hij wekelijks aan gymnastiek doet, heeft hij stevige spieren.

 

 

forsmotris

zn (de), geen mv - geen verklw

1. Sterkstroom, driefazige stroom, meestal gebruikt om zware motoren aan te drijven. [>FR. force motrice]

A che forsmotris in oïjs ët, dèn kunde da zien âân drij grooëte plôôns oep den tabloo. = als je sterkstroom in de woning hebt, kan je dat herkennen aan 3 grote zekeringen op het zekeringenbord.

 

fort

zn (e), mv: forte - verklw: fortsje (e)

1. Fort, vesting.

't Fort van Briëjndoenk. = Bezienswaardigheid: het fort van Breendonk.

 

2. Achterwerk, meestal aan de dikke kant.

Die medam eïj[d] een dik fort. = Die dame heeft een dik achterste.

 

fotël / foteül

zn (ne), mv: fotëls / foteüls - verklw: fotëlleke/foteülleke (e)

1. Bankstel, fauteuil; in België: zetel. [>Fr. fauteuil. >Oudfr. faldestoel, faldesteuil, faudeteuil = vouwstoel]

Sââves zit ek geïjre[n] in menen fotël. = 's Avonds zit ik graag in mijn zetel.

Zët aa naa mââ gerist in de foteül. = Zet je maar gerust in de fauteuil.

 

 

Laatste wijziging 02-10-2013 - Toevoeging nieuw woord
15-06-2008 - Toevoegen afbeelding
10-05-2008 - Toevoegen afbeelding
18-02-2007 - Omzetting naar nieuwe stijl