Behoorde in 1820 tot de straten van 3de klasse,
die een normale breedte van 4 ellen 48 duimen dienden te hebben.
Ze gaf "communicatie met het dorp van terzeyden
ende met de vaertdyck", en ze begon "met den vaertdyck" en eindigde
"in het dorp ofte Appeldonckstraat nr. 3 op twee punten" (rt Vaartland,
1980, nr. 1).
Genoemd naar het vroegere klooster der Carmelitessen.
Het werd na 1700 - nadat het dienst had gedaan als kasteel van de
graaf van Estampuis, door Isabella Verbiest, een vroegere novice
- voor 15.000 fr aangekocht. Het klooster bleef tot 1783 bestaan.
Op 30 juni van datzelfde jaar verlieten 17 of 18 zusters hun eenzaam
geworden verblijf, dat in 1786 op last van Jozef II werd verkocht.
De open plaats die vlak voor het klooster bestond,
werd in 1815 geschonden door het bouwen op die plaats van een nieuw
dorpshuis en het wachthuis, alsmede door het uitroeien van de bomen
langs de muur in de staat. Jaren later werd de hof van het klooster
in een "bleek" veranderd.
De langs de grachten gelegen haag werd uitgerukt.
Het water dat langs de hof liep, werd in de volksmond "Nonnenvijver"
genoemd, maar later gedempt. Die straat heet als herinnering aan
dit alles "Nonnenvijverstraat".
Verdere restanten zijn de namen van de te Willebroek
overleden kloosterlingen, die zich op de afzonderlijke stenen bevinden,
die destijds uit het klooster werden weggenomen, teneinde als blijvend
aandenken in de zijmuur van de St-Niklaaskerk te worden gemetseld.
In de sacristij van dezelfde kerk bevindt zich het geschilderd portret
van Maria Margaretha der Engelen, dat jarenlang in het inmiddels
verdwenen klooster der Carmelitessen heeft gehangen.
Laatste overste was Rosa Claes, geboren te Willebroek
op 15 februari 1736 als Maria Catharina Claes, dochter van Nicolaus
Claes (dokter in de medicijnen) en Theresia Berckmans. Zij verbleef
samen met een medezuster, nadat het klooster voor altijd gesloten
werd, in het ouderlijke huis aan het sas bij de vaart. Ze stierf
op 28 maart 1829 ten huize van koster Paulus Apers, in de Nokkestraat
als "ex-religieuse zonder beroep" (Willebroek bezit unieke relieken
van Maria Margaretha der Engelen, Karel De Decker, Eigen Schoon
en De Brabander, 66ste jaargang, blz. 325-331).
Op een gedeelte van het vroegere kloosterpand
werd later (in 1971) het Vredegerecht gebouwd.
De Kloosterstraat is niet altijd de berijdbare
straat geweest zoals we die nu kennen.
Op 23 februari 1895 in een schrijven aan "den
Heere Burgemeester der gemeente Willebroeck, voorzitter van de plaatselijke
gezondheidscommissie" gericht, wordt de aandacht gevestigd op de
erbarmelijke toestand waarin de openbare wegen en waterlopen zich
bevinden. Er is kritiek op 3 straten, waaronder de Kloosterstraat
"... wiens inwoners het onmogelyk is buiten te komen zonder een
slykbad tot aan de knoesels te nemen en zorgelyk hunne neusholten
te stoppen" (GAW 1032).
Bron: "Geschiedenis van de Willebroekse straatnamen",
samengesteld door Karel De Decker en uitgegeven door CSC Vormingswerk
Willebroek in 1989.
|