|
Beümsestiëjwèg 1. Steenweg op Boom. Loopt langs het kanaal naar Klein-Willebroek en verder naar Boom, en moest opnieuw worden aangelegd toen de nieuwe arm van het kanaal naar de sluis van Wintam werd gegraven. Langs den Beümsestiëjwèg ree'kik vruuger më mijne veloo nââ't school in Booëm. = Langs de Steenweg op Boom reed ik vroeger met de fiets naar school in Boom.
Bosbeïjk (de) 1. Beek die door Willebroek loopt en zorgt voor de afvoer van overtollig regenwater: de Bosbeek. Vormde vroeger de scheiding tussen Willebroek en Ruisbroek. De Bosbeek mondt uit in de Rupel. E[j] ës oover de Bosbeïjk! = Hij is overleden. Dit wordt gezegd omdat de begraafplaats van de gemeente aan de andere kant van de Bosbeek ligt dan het centrum.
Bostrooë 1. Baasrode.
Briëjndoenk 1. Breendonk, nu deelgemeente van Puurs.
Briëjndoenkstrâât (de) 1. Breendonkstraat, straat die het centrum van Willebroek met het centrum van Breendonk verbond.
Buggenaat 1. Buggenhout.
|
Laatste wijziging | 14-05-2008 - Toevoegen afbeeldingen 16-02-2007 - Omzetting naar nieuwe stijl |