In deze rubriek vermeld ik de woorden die ik wel gehoord heb, maar waarvan ik
de juiste betekenis nog niet gevonden heb. Ook staan er namen bij van "bekende"
figuren of toegeworpen namen, maar waar ik evenmin de link kan leggen naar de
echte naam van deze persoon of weet waarom deze naam werd gegeven.
Alle inlichtingen over onderstaande woorden zijn uiteraard welkom. Een klikje op
het envelopje bovenaan volstaat om me een mailtje te sturen.
A |
|
âânschaare |
aanklampen, iemand aanspreken met de bedoeling een gunst te vragen? |
âânsmooëre |
een sigaret aansteken aan de hete punt van een brandende sigaret? |
ababbel |
oorveeg? |
abbe |
ezelachtig persoon, niet al te slimme kerel? |
achterkââk |
meestal gebruikt in het meervoud achterkââke
= billen, achterwerk?
(de kââke van me gat zèn men achterkââke) |
afang |
luifel, afdak? |
afblëkke |
zelfde als afblotte van verf? |
affeseersteek |
doorgehaalde draad bij naaldwerken, die bij elke steek een redelijk
grote afstand overbrugt. Daardoor gaat het naaien snel vooruit. Kan
eventueel ook gebruikt worden om de delen van een naaiwerk tijdelijk in
mekaar te naaien (driegen)? |
afkrabsel |
1. uitschot, gemeen volk?
2. Iemand zonder de nodige kwalificaties |
aflââterke |
= aflëggerke? |
afsjikke |
Pijn verbijten? |
afsmosse |
Iemand overdreven veel zoenen (aflèbbere)? |
afvèrkele |
woelen, onrustige bewegen tijdens het slapen? |
allemansgrief |
vrouw die er geen probleem van maakt om met meerdere mannen een relatie
te hebben? |
anteklaa |
onhandig persoon? |
appelboezjeeke |
appelbeignet?
|
B |
|
bakkesvol |
gecarameliseerde suikersnoep? |
bakzak |
zelfgemaakt brood of brood dat op bestelling wordt gebakken? |
beslââge |
niet rijk, niet veel geld hebben? |
beüzzezèèker |
flauwerik, iemand die niet veel durft? |
bezeeke |
ongeduldig, zenuwachtig, nerveus, niet in staat langer te wachten, geen
geduld hebbend? |
bietebaa |
boeman, imaginaire figuur, de kinderen denken dat deze "slechte" persoon
onder hun bed zit? |
blèèze / blënze |
speelkaarten van de 2 tot de 10, m.a.w. de andere kaarten dan de
prentjes? |
blëkkewinkel |
van minderwaardige kwaliteit, goedkoop? |
blinkdooës |
opvallend groot zakuurwerk of polshorloge? |
blinkmôô |
glimworm … insect waarvan het achterlichaam fosforescerend licht
verspreidt in het donker? |
bloempateeke |
vrouw die zich overdreven opmaakt? |
bootere |
een schommelende beweging maken met het lichaam tijdens het fietsen, een
waggelende gang vertonen? |
bootergat |
dik achterwerk dat waggelend beweegt? |
brakke / brëkke |
ravotten? |
brazjelët |
band van stof om rond de bovenarm te dragen als onderscheidingsteken? |
brèkker / brëkker |
wildebras, iemand die nogal uitbundig doet om zich uit te leven? Vaak
ook gebruikt om een ondeugend persoon of een speelvogel aan te duiden? |
broebeleïjr |
iemand die makkelijk onwaarheden vertelt, beuzelaar? |
busseljoenk |
1. Lett: zuigeling, ingewikkeld in doeken waardoor het op een
"busseltje" leek?
2. Fig: iemand die zich gedraagt als een klein kind?
|
D |
|
dëkkorââsse |
medaille, maar ook: grote wonde, blauw oog, vogelklad op de kleren,… ? |
diefelek |
veel te duur, boven de prijs? |
diste |
durf je? |
drèngel |
draadafsluiting (bv. van een duivenhok, of een konijnenhok)? |
duurendans / dierendans |
winkelier die zijn waren boven de normaal gangbare prijzen verkoopt? |
duuvel(tsje)sââr |
dons, eerste haargroei, eerste baardgroei bij jongens…?
|
E |
|
èftepin |
selder? |
eïjch |
gekneed brood, zoals het bijv wordt gebruikt in de voederballen bij het
vissen?
werktuig dat werd gebruikt door de boeren…? |
ëllefuuremis |
is een mis om 11 uur duurder of goedkoper dan een mis om 10 uur? Waarom? |
ëllenbrander |
donkerbruine kever? |
èrre(n)bol |
in de zeeve putte = op een vaste
afstand van elkaar worden 7 kuiltjes gemaakt, om met de knikkers naar toe te
spelen. Wie als eerste een knikker in alle 7 kuiltjes heeft geschoten, is de
winnaar? |
euningzjap |
drankje van water en honing (of zoethout???), kinderdrank die vooral in
de zomer gewild is. Het drankje wordt bereid door een stukje zoethoutdrop /
honing in een flesje water te doen, het flesje te sluiten en dan heel hard
te schudden tot het drankje bruin kleurt?
|
F |
|
fiëjpe |
zoals foempe? |
flambie |
1. klets, mep?
2. Toorts (>flambouw)? |
flèspeïjr |
paar die een langgerekte vorm heeft? |
flèsseschaavers |
iemand die een figuur heeft dat vergeleken kan worden met een fles,
bedoeld om iemand met afhangende schouders aan te geven? |
fleuderââ of fleuderaa |
een mix van sla, een soort koude schotel?
|
G |
|
gaffeljacht |
boerenoptocht / vals spelende fanfare? |
gatdèrrem |
aars? |
gedââgd |
ouder en rijper, volwassener, met veel ervaring en levenskennis?
|
I |
|
iëjtmââker |
persoon die klinknagels te verhit, zodat de klinknagels in de
scheepsbouwnijverheid konden worden gebruikt om metalen platen samen te
nieten? |
ijzermââl |
roest, verroest ijzer?
|
K |
|
kaarelieze
of kaareliëjze? |
de sporen van de paardenkar die vroeger op de veldwegen ingesleten waren
als gevolg van veelvuldig gebruik (info: Jean
Brusselmans) |
kaboo |
regenmantel met kap? (FR capeau?) |
kastremâân |
de gevangenis, achter de tralies? (FR castrement?) |
kërrekeputteke |
graf? vroeger de begraafplaats rond de kerk? |
keütse |
Kënt er imant de spëlreegels van "keütse"?
A ge ze wët, meugde't mij oepstuure. |
kiekele |
loeren, afkijken, bespieden? |
klasj |
e stuk in zen klasj ëmme = zat zijn?
een klasj is een neergegooide hoeveelheid
water (een klèts)? |
klooëtwèg |
korte vlucht bij het duivenspel? |
knèbber |
dikke bruine bonen, die voornamelijk als duivenvoer werden gebruikt? |
knoessele |
de enkels tegen elkaar slaan tijdens het stappen? |
koesjepie |
neuskeutels? |
konjèèr |
profielijzer, hoekijzer? (FR coinier?) |
kooërpèppeke |
strottenhoofd? |
kozzeke |
klein varkentje, big? |
kramikkel stâân |
een gebrekkige houding aannemen?
kramakkeg? |
kribbenbijter |
gierig persoon? |
krwawâât of
krwawaat |
afkomstig van de huurtroepen (Kroaten, Duitsers, e.d.) die einde 16de
begin 17de eeuw het fort in Klein-Willebroek als garnizoen hadden, in dienst
van de Spanjaarden?
|
L |
|
lèèze |
zuipen, heel erg drinken? |
leïjreman |
pannenkoek die gemaakt wordt van bloem en water zonder meer, en daardoor
minder lekker smaakt? |
lits |
problemen, moeilijkheden? |
loïjzemeïjlpap |
lijnzaadpap, gebruikt om heet en in een doekje verpakt op een zweer te
leggen, zodat de zweer gaat "rijpen"? |
looëpeg |
loops, naar paring verlangend; wordt in de eerste plaats van teven
gezegd? |
lutse |
zuigen, sabbelen? (DTS lutschen?)
|
M |
|
marjoppe |
hard toeslaan, hard slaan? |
mèmmentoot |
scheldnaam voor een persoon met dikke lippen? deze zouden (zogezegd)
zijn ontstaan door te veel gezoogd te zijn? |
mèrremittegaat |
klatergoud, vals goud?
Wordt figuurlijk ook gebruikt om aan te geven dat iets nep is? |
meüttekesknieje |
letterlijk: de knieën van een jonge koe, van een vaars -
zie ook osseknieje
wordt meestal bedoeld om lelijk gevormde knieën aan te duiden, of als de
benen niet mooi recht zijn waardoor de knieën naar binnengekeerd staan. |
meüttekestanne |
melktanden? |
mooësel |
ringvormige metalen versterking rond een steel of een handgreep van
gereedschap?
|
N |
|
nobbelewitsjes |
zelfde als dobbelewitsjes / kèrrebitsjes - makaron = op ouwel
vastgebakken amandel- of kokoskoekje
|
O |
|
oepfrètter |
profiteur?
ook iemand die zich nodeloos zorgen maakt? zen kas
oepfrètte |
oepfrètter van't goevèrenmènt |
beroepsmilitair, ambtenaar? |
onderdemangâân |
met een man de liefde bedrijven? |
onderkeütteg |
heimelijk, geniepig? |
ooverlëg |
gezegd van iemand die bijna kaal is en om dit niet zo te laten opvallen,
de overblijvende haren in één richting kamt zodat ze de kaalheid verbergt?
e kamt zen ââr më[j] ooverlëg
|
P |
|
paddeslot |
slot waarbij de lip scharniert? door een klepje te verschuiven komt de
lip vrij, en wordt het slot geopend? |
palulle |
luieren, niets uitrichten, niets doen? |
pïjoolieber |
vrijwielen op de fiets, rijden zonder zelf te moeten trappen (bv bergaf
of uitbollen)?
of is dit remmen op de fiets door met de pedalen naar achter te trappen? |
pintâân |
parelhoen? (FR. pintadeau?) |
pladèske |
met het haar plat tegen het voorhoofd gekamd? haarlok die tegen het
voorhoofd plakt? |
plattekonnekes |
iets in schijfjes? (FR pattacon?) |
plëtsel |
smeersel, weke smeerbare massa die op de boterham wordt aangebracht; in
de eerste plaats boter, maar ook margarine, reuzel, spekvet? |
poembakvisser |
visser die haast nooit iets bovenhaalt,
slijkvisser? |
poepslag |
moment waarop men de liefde bedrijf, met elkaar naar bed gaat? |
pollepooëtere |
al dan niet opzettelijk anderen aanraken, iemand betasten? |
pollepooëtereïjr |
iemand die zijn handen niet kan thuishouden, die alles en vooral
iedereen wil aanraken? |
prakkeleus |
1. niet stevig, gammel, instortensklaar, vervallen?
2. niet geheel volgens de regels van de kunst, afwijkend?
|
R |
|
rââpebakkes |
iemand die een gezicht vol puisten heeft? |
rabanne |
vuil onder de vingernagels? (raabanne?) |
rattentoejl |
stoofschotel van bedenkelijke kwaliteit? (>Fr.
ratatouille) |
rèddere |
rillen, beven, bv van schrik, kou of koorts? |
rëddere |
zich uit de slag trekken, zijn plan trekken? (>Nl.
beredderen) |
riggebrooët |
volkorenbrood? (>Nl. roggebrood) |
rootekaa |
zonder onderbreking, aan één stuk door, ononderbroken?
|
S |
|
saffâât |
een harde slag? |
schalleme |
voorbehouden, claimen? |
schavakkevanger |
scheldnaam, die eerder goed bedoeld is? |
sjamfoeter |
speelvogel, plaaggeest? |
sliddering |
rilling over de rug?
uitschuiven?
zwijmeling? |
slidderpooëte |
scheef naar buiten staande voeten? |
snotvoenk |
druipneus? |
soempelstokske |
stokje dat opzettelijk zo wordt gelegd dat iemand er over struikelt (=
soempelt) met de bedoeling om iemand te foppen? |
solleferâân |
saffraan? |
spaavers zèn oepaavers |
kleine kinderen die vaak braken, zouden sterke kinderen zijn? (veü
de Rik) |
spiegelèst |
hars? |
stampaa |
moeilijkheden, onrust, ruzie? (>NL stampei?) |
stëksel |
kleine hoevelheid, een beetje, een vleugje? |
stripper |
lage opslagbal bij het kaatsspel?
|
T |
|
tèbber |
aanhangsel? |
tannentrëkker |
taai soort van snoep? |
tèkkeman |
hoorndrager, man die door zijn vrouw bedrogen wordt met een andere man? |
tingel |
netel? |
tingele |
(zich) vernetelen? |
V |
|
viggene |
biggen? (varkens en biggen?)
|
W |
|
weïjge |
besturen, geleiden? |
wiptekal |
selder?
|
Z |
|
zapsel |
drinkgelag? |
zeu / zeude |
brandend maagzuur? |
zjoebere |
vlug en gulzig drinken? |
Zwis (de) |
winkelier in de Dorpsstraat
|