Op de bovenste foto zien we, van links naar rechts:
een ons onbekende soldaat, Jean (Johan) Scheidtweiler, Fons Willems
en Frans Moeremans, ofte wel "de Perla".
Op de onderste foto zit diezelfde Fons Willems "lekkertjes
uitgedost" op de fotografenbank. Uiterst rechts zien we Jean
Scheidtweiler, die later "baas van het vrouwvolk" op de
papierfabriek van de Naeyer zou worden.
Beide foto's werden in 1915 in het Interneringskamp
te Harderwijk in Nederland opgenomen. Ruim dertigduizend Belgische
soldaten waren op 10 oktober 1914 de Nederlandse grens overgetrokken,
wat met zich bracht dat ons neutraal gebleven buurland al deze niet
voorziene militairen ergens moest onderbrengen. Dat "ergens"
werd zowel Gaarsterland als Kampen, Oldebroek, Amersfoort en Harderwijk.
Toen echter later de Nederlandse troepen hun eigen kampen moesten
betrekken, werden de geïnterneerden voorlopig in Zeist en in Harderwijk
ondergebracht, in talrijke tenten van telkens tien man.
De soldaten sliepen er tijdens die winterse dagen,
op de kille heidegrond, op een bussel stro en onder één deken. De
Nederlandse regering zou later al deze tenten dooe houten loodsen
vervangen. Groot vraagstuk evenwel werd de werkverschaffing die
aan de militaire kampbewoners moest worden verleend. Vanaf 1916
werd de grote massa van deze geïnterneerden bij Nederlandse particulieren
tewerkgesteld.
Na drie jaar wisten om en nabij de twaalfduizend
geïnterneerden in vreschillende dorpen en steden van Nederland aan
hun trekken te komen.
Ze waren administratief ingedeeld in zogenaamde
depots. Ze kregen er hun maaltijden en mochten er overnachten.
De geïnterneerden die doel- en werkloos in de
kampen achterbleven, kregen er iedere tien dagen één gulden (= 15
frank) soldij, waarmee zij een beetje tabak alsmede een dagelijkse
tas warme koffie konden kopen.
Allemaal verre en lang vervlogen herinneringen
uit dat even zo verre Harderwijk, waa de dagelijkse kost maandenlang
uit 200 gr brood en 300 gr aardappelen met wat groenten,
zonder één stukje vlees had bestaan. Al kreeg men soms, als welgekomen
verrassing, 100 gr vis op de tafel! En ze zagen dat Fons Willems
op dit voedsel nog corpulent kon blijven!
Bron: "Kent u ze nog... de Willebroekenaars?"
(Karel De Decker, Edit. Europese Bibliotheek - Zaltbommel, NL, 1977)
|