Kabas (de)

1. Familie van Klein-Willebroek.

Kaboemmeke (-)

1. Zij baatte vroeger een frietkraam uit op de Markt.

Kadodder (de)

1. Herberg in Willebroek die werd uitgebaat door Swakke van de Kadodder.

Kartonne Rie (-)

1. Woonde in de Nokkestraat, in een "villa" aan de overzijde van Mank Sinaake en het Molenhuis.

Keïjs (de)

1. Had een kaashandel op de Boomsesteenweg.

Kèrrekol (de)

1. Was vroeger politieagent in Willebroek.

Kèts (de)

1. ???

Keunkingske (et)

1. Hield een café open op de Markt, vlak naast de Kikker.

Kiet (de)

1. Woonde op de Markt en was uitbetaler van het ziekenfonds.

Hij had een zoon: Bèère van de Kiet.

Kikker (de)

1. Is kapper geweest, en baatte vroeger een schoenhandel en een café uit op de markt van Willebroek.

Kiloo (de)

1. Bakkersfamilie in Willebroek.

Klââs (de)

1. Hield een café open in de Eduard Anseelestraat.

Zijn zoon is later wachter (portier) geweest op het Fort van Breendonk.

Klëmans èn Piëjr van 't Winkelke (-)

1. Ze hadden een winkel aan de Dendermondsesteenweg.

Koïjper (de)

1. Zijn toenaam geeft zijn beroep weer: kuiper, tonnenmaker.

Dit is dezelfde persoon als Stanne Bos.

Krak (de)

1. Kort voor Bèère van de Krak.

Had een drankenhandel in de Appeldonkstraat. In de zaak werd bier op flessen getrokken van de brouwerij KRAK uit Wintam.

Krans (de)

1. Herberg in Klein-Willebroek, vlak naast de kerk - eigenlijk de parochiezaal. Over de uitbater werd gesproken als Fik van de Krans.

Krol (de)

1. Baatte een winkel in brillen en juwelen uit.

Krotters (de)

1. Vereniging die in 1923 werd opgericht om biljart dichter bij het volk te brengen.

De Krotters namen later deel aan de Willebroekse Carnavalstoet, in het begin op initiatief van de witten Oïjs.