Jakke (de)

1. Werd ook wel eens den dikke Jakke genoemd. Jakke komt van Jan.

De Jakke en zijn vrouw hadden een winkel in groenten en fruit en baatten een herberg uit.

Ze hadden vier kinderen: Zjang, Zjozee, Marja en Willem.

Jan Bos (-)

1. Jan Van den Bossche, uitbater van herberg "In Londen" op de Mechelsesteenweg.

Hier kwam Louis De Naeyer (Meneer Lowie) - volgens de vertellingen - geregeld "bollen en kegelen".

Jan was naast herbergier, ook kuiper. Hij was lid van "Van Peene's Kring" en bestuurslid van fanfare Sinte Cecilia.

Hij speelde ophicléide, een koperen blaasinstrument dat gelijkt op een tuba - het instrument werd makkelijkheidshalve "orteklee" genoemd. In het café van Jan Bos gebeurde o.a. elk jaar de loting, waar bepaald werd welke jonge mannen naar het leger moesten.

Janneke de Rotten Appel (-)

1. Kruidenier op de Boomsesteenweg.

Jooke Trèts

1. ???

Kaake van den Eïjrink

1. Uitbaatster van voormalig café Barra.