A - B
C - D
E - F
G - H
I - J
K - L
M - N
O - P
Q - R
S - T
U - V
W - X
Y - Z
Getallen
Leeftijd & Tijdsduur
Uren & Dagen

LEEFTIJD

   

TIJDSDUUR

 
adultus / adulta volwassen   ab initio van bij het begin
aetas leeftijd   ad tempus vitae levenslang
aetatis in de leeftijd van   ad vitam levenslang
aetatis provectae op gevorderde leeftijd   altera die de volgende dag
aetatis suae... op de leeftijd van   anno in het jaar
annalis jaarlijks, één jaar oud   ante die pridie eergisteren
(letterlijk: de dag voor gisteren)
annorum ... op de leeftijd van ... jaar    
biennis / biennalis twee jaar oud   biduante op de tweede dag erna
centenarius / centarius honderdjarige   biduo op de tweede dag
decennis tiener, tienjarige   calendae de eerste dag van de maand
duodennis twaalfjarige   d.a. (dicti anni) het gezegde jaar
majorennis meerderjarig   de dato van de ... , op de dag van ...
(datumaanduiding)
majorese meerderjarige    
minorennis minderjarig   dicti anni het gezegde jaar
minorese minderjarige   die (dierum) dag (dagen)
nonagenarius negentigjarige, negentiger   die subsequente de volgende dag
novennus negen jaar oud   dito op dezelfde dag
octennis acht jaar oud   eatenus tot nu toe
octogenarius tachtiger, tachtigjarige   h. (hora) uur
quadragenarius veertigjarige, veertiger   h.a. (hoc anno) dit jaar
quadriennes vierjarig   hebdomas week
 

quinquagenarius vijftigjarige, vijftiger   heri gisteren
quinquennis vijfjarig   hoc huidig(e), nu, deze
semiennis een half jaar oud   hoc anno dit jaar
septennis zeven jaar oud   hodie, hodierno vandaag, heden
septuagenarius zeventiger, zeventigjarige   hora uur
septuennis zevenjarige   ibi daar, toen
sesquiennis van anderhalf jaar   inferius later, lager
sexagenarius zestigjarige, zestiger   inter intussen
sexennis zes jaar oud   interdum soms
tricenarius dertigjarige, dertiger   interea ondertussen
triennis drie jaar oud   interim ondertussen, tijdelijk, soms
vicenarius twintigjarige, twintiger   kalendis op de eerste dag
(van de maand)
       
      levans / levantes onlangs
      mensis / mensium maand, maanden
      modo onlangs
      nudius tertius eergisteren
      nunc nu
      nuper onlangs
      olim vroeger
      penultima de voorlaatste dag
(van de maand)
       
      postridie de volgende dag
      pra(e)dio gisteren
      pridie de vorige dag, gisteren
      septimana week, zeven dagen

 

 

Samengesteld door Georges Brems & Bert Vleugels

 

Laatste wijziging 20-05-2013 - Toevoeging nieuwe woorden & correcties
11-02-2007 - Omzetting naar nieuwe stijl