Gelegen in het verlengde van de Stapelstraat,
tussen de Vaartstraat en de Boomsesteenweg.
In 1681 spreekt men van "Gansdijck" (RA Antwerpen,
nr. 4213, notaris Joachim Van der Veken, 16-6-1681) en in 1717 heeft
men het over "het Gansdeijkeyssel bij de Gansdijk" (RA Antwerpen,
nr. 4075, notaris Jan De Cock, 5-5-1717).
Ook in het "Kaertboeck van de Dijkagie" (1685,
nr. 376) is er sprake van de Gansdijk.
De naam "Gansdijk" zou aldus Karel Moeremans in
zijn "Losse grepen uit de geschiedenis van Willebroek" (blz. 35,
1980) voortkomen van "Schansdijk", zijnde de dijk die naar het vroegere
fort van Klein-Willebroek liep.
De Gansdijk was in 1821, toen de "Rangschikking
der wegen" werd vastgesteld, één van de twaalf erkende straten van
Willebroek. Behoorde tot de straten van 2de klasse, die normaal
6 ellen breed dienden te zijn. De "Gansdijck liep naer het veer
van Kleyn Willebroeck" en "begint in d'Appeldonkstaet" ('t Vaartland,
1980, nr. 1).
Op 26 maart 1826 besloot men "den Ganzen-dyk op
te hoogen" (gemeenteraad).
Twee maanden later is er sprake van een "bestek
tot het maken eener steene goot of brug over de leisloot naar Ganz-dyk,
weg van Klein naar Groot Willebroeck, opgemaekt en ondertekend door
den hee Meeus, bouwmeester te Puurs, hetzelve bestek beloopende
tot de som van 151 gulden" (gemeenteraad 11 mei 1824).
De Gansdijk verdween als meest "belopen" verbindingsweg,
nadat de Boomsesteenweg was ontstaan. De herwaardering kwam echter
in 1978, toen de Gemeentelijke Jeugdraad de vuiligheid opruimde,
die door "de mensen" werd achtergelaten.
Het wegdek werd later verhard en wordt momenteel
voornamelijk door de firma Craenhals gebruikt.
Bron: "Geschiedenis van de Willebroekse straatnamen",
samengesteld door Karel De Decker en uitgegeven door CSC Vormingswerk
Willebroek in 1989.
|