1 januari 1895
Bewijs van betaling voor de rijwieltaks.
Tussen de vegeelde romsplompdie nu nog onder de
Willebroekse dakpannen ligt, treft men de meest merkwaardige dingan
aan. Zoals bovenstaand kwijtingsbewijs bijvoorbeeld, dat op 15 januari
1895 aan de genaamde Emiel Van den Bossche uit Willebroek werd uitgereikt
en dat hem de toelating gaf om met het trapwiel het land rond te
rijden.
De ontvanger van de rechtstreekse belastingen
ontving hiervoor de zeer aanzienlijke som van ... vijftien franken,
zijnde de taks voor dat jaar. Naar blijkt uit artikel vier van het
reglement mochten de ambtenaren en de bedienden van de rechtstreekse
belastingen, douanen en accijnzen, de dwagbevelsdragers, de burgemeesteres,
de schepenen, de commissarissen, de ondercommissarissen, de agenten
van de politie alsmede de veldwachters aan de heer trapwielrijder
vragen om eventjes halt te houden om hetzij het bewijs van betaling
van de taks, hetzij het bewijs dat hij niet in de provincie verbleef
aan ieder van hen te tonen.
Dat Emiel Van den Bossche tot de eerste trapwielrijders
van Willebroek behoorde, blijkt uit het feit dat hij de gelukkige
eigenaar was van zo'n kwijtingsbewijs, dat in 1892 voor het eerst
werd uitgereikt. Verteld wordt dat veearts Van Passen, die in de
Kerkstraat woonde, de eerste Willebroekenaar was die per fiets de
boeren bezocht.
Wie toentertijd zo'n fiets ofte wel loopmachine
kon beheren, besturen en op de koop toe de vijftien frank taks betalen,
behoorde tot de elite!
De geschiedenis van de fiets leert ons dat de
loopmachine, via de meest diverse verbeteringen tot een mechanisme
werd omgetoverd waarbij door pedalen (1853) en kettingaandrijving
(1879) het menselijk arbeidsvermogen in snelheid werd omgezet. De
na 1850 in trek gekomen vélocipèdes werden meestal door de dorpssmeden
vervaardigd.
Dat zijn van die dingen die tot het verleden behoren.
Blijft de vraag waar Emiel Van den Bossche die
fiets of dat trapwiel vandaan heeft gehaald. Was dat bij de lokale
smid? Of speelde Jules Frateur, die een velowinkel in de Nieuwstraat
had, toen al de rol van fietsenverkoper?
Bron: "Kent u ze nog... de Willebroekenaars?"
(Karel De Decker, Edit. Europese Bibliotheek - Zaltbommel, NL, 1977)
|