Gelegen te Klein-Willebroek, vlakbij de Rupel,
langs de oostelijke zijde van de Willebroekse Vaart.
Genoemd naar Louis De Naeyer, die op 3 december
1827 te Lebbeke in Oost-Vlaanderen geboren werd. Hij gaf de industrialisatie
in het Vaartland richting en gestalte, vermits hij er ten jare 1860
een fabriek van papierdeeg stichtte, waarbij stro als basisproduct
dienst deed. Hij stichtte dag- en avondscholen, hij liet huizen
bouwen voor zijn arbeiders. Hij deed naast de steeds grootser bloeiende
fabrieken, een bakkerij, een economaat, een kinderbewaarplaats en
een openbare bibliotheek optrekken, terwijl een wijdvermaard muziekkorps
onder zijn impuls werd gevormd.
Hij huwde in 1866 met Alida Peeters, de dochter
van de plaatselijke notaris en gemeentesecretaris.
Louis De Naeyer - die als een autocratisch persoon
geëerbiedigd werd - gaf zowel aan de middelgrote als aan de kleine
zelfstandigen van ter plekke, zijn eigen gedragslijn door. Hij hield
voor hoe ze zich tegenover de werklieden dienden op te stellen,
via een uitzonderlijk streng reglement.
Louis De Naeyer - die tot op het einde van zijn
leven zeer vijandig stond tegenover het groeperen van sociale macht
- beschouwde zijn medewerkers als de productie-elementen die hij
nodig had. Hij wist hoe ze leefden en werkten. Hij betrok hen in
het financieel beheer van de fabriek door hen "mini-aandeelhouders"
te maken.
Dat Louis De Naeyer alles op alles zette teneinde
de ongeletterdheid van zijn tijdgenoten en medewerkers tot het strikte
minimum te beperken, blijkt uit de bibliotheek die hij stichtte
en uit de dag- en avondcursussen waarmee men van start ging.
Hij begon pas na z'n huwelijk in 1866 de plaatselijke
politiek te volgen. Op 30 augustus 1866 werd hij raadslid gekozen
en op 31 december1875 als schepene benoemd. Op 5 maart 1885 legt
hij de eed af als burgemeester. Hij zal dat blijven tot aan zijn
dood op 16 februari 1902.
Hij kreeg een uitgeleide zoals een prins en een
monument van Vinçotte dat op 17 september 1905 werd onthuld.
Louis De Naeyer bleef tot op het einde van zijn
leven, in zijn eigen visie geloven. Hij was een optimist met allure,
een "vader" voor zijn werklieden en de "burgervader" waar men naar
opzag.
Ondanks de vele contradicties die zijn leven hebben gekruid,
is hij een pionier van formaat geweest, waar het industriële Vaartland
- met Willebroek als centrum - zich van meetafaan heeft opgetrokken
(Louis De Naeyer, grondlegger van de industrialisatie in het Vaartland,
Karel De Decker, Willebroekse Kronieken, 1985, deel 2).
Bron: "Geschiedenis van de Willebroekse straatnamen",
samengesteld door Karel De Decker en uitgegeven door CSC Vormingswerk
Willebroek in 1989.
|