Eerste | Vorige afbeelding | Volgende afbeelding | Laatste | Startpagina
Een nestplaats van Jan-Van-Genten. Dat zijn vrij grote vogels met een gele kleur bovenop het hoofd.
De vleugeleinden zijn zwart gekleurd. De bek is heel specifiek, net als de ogen.
Het zijn de grootste zeevogels in de noordelijke Atlantische Oceaan, met een vleugelwijdte tot 2 meter.
Andere soorten komen ook voor aan de kusten van zuidelijk Afrika, zuidelijk Australië en Nieuw Zeeland.
Jan-van-Genten jagen door in zee te duiken - vaak van op een hoogte van 303 m - en dan onder water hun prooi te grijpen.
De ogen staan redelijk frontaal, zodat de vogels een stereoskopisch zicht hebben voor meer nauwkeurig zicht.
Tijdens het duiken halen de vogels een snelheid van om en bij de 100 km per uur als ze in het water duiken.
Daardoor kunnen ze dieper in het water duiken dan andere duikvogels.